zaterdag 25 april 2009

Vuur in 't stad

Roepingenzondag


Roeping is iets dat iedereen ervaart. Het beperkt zich niet tot priesters, diakens, pastoraal werkers/werksters of mensen van het religieuze leven. Het heeft immers te maken met de bestemming die iemand aan zijn of haar leven wil geven. Met die vraag worden we tenslotte allemaal geconfronteerd. Wat doe ik met het leven dat mij geschonken is? Wat is de weg die mij het gelukkigst maakt, om ook anderen gelukkig te maken?

Mijn opleiding tot priester volg ik op Bovendonk, in het Nederlandse Hoeven. Het is een opleidingscentrum van het bisdom Breda, maar het aanvaardt al vele jaren kandidaten uit andere bisdommen die hun deeltijdse opleiding tot priester, maar ook diaken, willen combineren met hun job.

Kiezen voor de weg naar het priesterschap: dat doe je niet van de ene dag op de andere. Daar gaat een hele tijd aan vooraf. Zeker in mijn geval zijn heel wat jaren verstreken vooraleer ik de uiteindelijke beslissing nam. Ik ben wat men noemt een late roeping. Misschien is het beter te spreken van een laat antwoord, want roeping had ik al lang.

Kiezen voor de weg naar het priesterschap mag terecht geen overhaaste beslissing zijn. Evenmin voltrekt zich het moment waarop je ‘ja’ zegt tegen Gods roepstem op spectaculaire wijze: geen lichtstraal die plots doorheen de wolken breekt, geen hoorbare stem die je toespreekt. Wel een appèl dat op verschillende momenten in je leven tot je gericht wordt: doorheen mensen die je ontmoet, doorheen een aantal situaties die je op bijzondere wijze tot nadenken brengen.

Ik ben er ook van overtuigd dat gezinnen een cruciale rol vervullen bij het ontstaan van nieuwe roepingen. Zij leggen in dat opzicht het fundament. Geloven gold binnen ons gezin steeds als vanzelfsprekend. De zondagse eucharistie was een evidentie. Ook toen ik het ouderlijke huis had verlaten en ik zelf de beslissing nam over het al dan niet naar de kerk gaan, bleef ik trouw aan de wekelijkse zondagsmis. Ik putte steeds veel kracht uit die momenten van bezinning.

Ik was negen jaar lang misdienaar. De deelname aan de liturgie, vooral die van de eucharistie, ervaarde ik als bijzonder. Ook was ik niet ongevoelig voor het mysterie dat doorheen het geheel van rituele handelingen present werd gesteld. Onze familie telde bovendien heel wat geestelijken. Ik herinner me nog goed de gesprekken met pater Koen en pater Christ, twee broers van mijn grootvader, die me vol begeestering vertelden over hun missiewerk in Zaïre. Dat waren mijn prille ervaringen met de Kerk. Een groep mensen van wie ik veel geborgenheid heb mogen ervaren. Indrukken die sterk verschillen van het beeld van de kerk dat de media doorgaans trachten op te dringen.

Ik moet een jaar of 18 zijn geweest toen onze pastoor me vroeg of ik er ooit al aan had gedacht om priester te worden. Ik heb toen gezegd dat dit toch niet echt iets voor mij was. Neen, dit kon niet mijn leven zijn. Het was het moment dat ik voor mijn beroepskeuze stond. Er bood zich een snel veranderende wereld vol nieuwe mogelijkheden aan. Een wereld die ook letterlijk steeds dichter bij elkaar kwam. Er was de val van het Ijzeren Gordijn. Een wereld in volle verandering, waarbij ook de kans werd geboden om die wereld te ontdekken. Nu de mogelijkheden zich aandienden, moest je wel gek zijn om je aan die nieuwe realiteit te willen onttrekken. Een boeiende wereld, dat wel! Maar tegelijk verwarrend. Bovendien was er de groeiende trend van ontkerkelijking en van verlies van geloof bij veel mensen, een ontwikkeling waarop je als individu geen invloed hebt.

Ik ben Germaanse gaan studeren, vooral uit interesse voor taal en cultuur. Het was me echt op het lijf geschreven. Na mijn studies wist ik echter niet goed wat te beginnen. De mogelijkheid diende zich aan om in Würzburg, in Duitsland, aan een proefschrift in sociologie te werken. Na een aantal jaar besloot ik om toch naar België terug te keren. Nadat ik de sleutels van het appartement in Würzburg weer aan de eigenaar had overhandigd, hield ik op de terugrit even halt bij de benedictijnerabdij Maria Laach, niet ver van Koblenz. Ik weet niet of u er ooit al bent geweest. De abdijkerk is een prachtig voorbeeld van romaanse bouwstijl. Ik kende de plek al van vroeger. Ooit had ik er deelgenomen aan een vormingsweekend onder leiding van mijn toenmalige promotor. Nog nooit voelde ik me echter zo aangesproken door het opschrift in de absis als toen die keer dat ik na mijn vertrek uit Duitsland de abdij aandeed. In grote letters staat er de tekstpassage uit Johannes, hoofdstuk 14: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven” (Joh 14,6). Gedurende verscheidene jaren had ik getracht tijdens de voorbereiding van mijn scriptie de waarheid te dienen. De tekst wierp een ander licht op het begrip waarheid. De volgorde van de woorden weg, waarheid, en leven is ook niet toevallig. Jezus lijkt hier te zeggen: Volg de weg die ik ben voorgegaan. Die weg brengt je tot waarheid, en dan zul je ten volle leven. Het moet ook ongeveer in die periode geweest zijn, dat ik me erg aangegrepen voelde door een citaat van de karmelietes Edith Stein: “Wie de waarheid zoekt, zoekt God, of hij dat duidelijk beseft of niet.” Ik begreep dat, wil je iets van de waarheid, die God is, ervaren, je naar Jezus moet kijken. In het Johannesevangelie zegt Jezus ook: “Niemand heeft ooit God gezien; de Eniggeboren Zoon, die in de schoot van de Vader is, Hij heeft Hem doen kennen” (Joh. 1, 18). God heeft zich het sterkst getoond in zijn Zoon, Jezus Christus, in de weg die Jezus is gegaan, een weg van liefde tot het uiterste toe.

Datgene wat ik toen heb ervaren, droeg ik op mijn verdere weg mee. Ik ging me ook verder verdiepen in de Bijbel en in mijn geloof. Ik ging aan de slag als docent talen. Aan werk en opdrachten geen gebrek, maar toch ontbrak er iets in mijn leven. Ik wilde meer.

Ik nam engagementen op binnen de parochie: eerst lector, later de liturgie van een aantal hoogdagen mee voorbereiden, tenslotte ook lid van de preekploeg. Doorheen ontmoetingen binnen en buiten de parochie kom je tot het besef dat het de moeite loont om te proberen Jezus na te volgen, om Hem tot middelpunt van je bestaan te maken en van je roeping zelfs je beroep te maken. Heel wat mensen rondom mij hebben me geholpen, hierin onderscheiding te brengen, misschien zonder dat ze dit beseften: mensen die plots je leven binnenstappen, priesters (vooral jonge priesters). Ook de vele gesprekken die ik ter voorbereiding van de vieringen had, hebben mijn geloof gevoed.

Drie jaar geleden besloot ik om aan mijn priesterstudies te beginnen. Ik wilde de weg gaan van een leven steeds meer naar Christus toe, wat ook betekent: steeds meer leven vanuit Christus. Ik ervaar het als een enorme uitdaging om samen met andere mensen op zoek te gaan, om op weg te gaan met de vragen die er echt toe doen in het leven en daarbij je kompas steeds meer te richten op Jezus.

Waar voor mij de grote uitdaging ligt wat betreft mijn hopelijk toekomstige priesterschap?: Mensen nabij zijn op de meest gelukkige (geboorte, huwelijk, …), maar ook op droevige momenten (overlijden) en deze gebeurtenissen helpen plaatsen in een gelovig kader. Het is Christus present stellen wanneer mensen het diepst geraakt worden, wanneer vanzelfsprekendheden worden aangetast. Dit present stellen van Christus gebeurt door middel van de sacramenten. Het sacramentele is dan ook de priesterlijke taak bij uitstek.

Je roeping vinden, betekent niet voortaan ontzien worden van pijn, tegenslag, verdriet of angst. Het is juist omdat het ambt van priester je hele persoon zo diep raakt en bepaalt, dat het ernaar toe leven met heel wat beproevingen is verbonden. Bovendien laat het geen stuk van je persoon ongemoeid. Het doortrekt je hele wezen, tot in de diepste vezel. Wie mij wil volgen, moet zijn kruis dragen, horen we Jezus in het Lucasevangelie zeggen (Lc 9,23). Christus navolgen is inderdaad de weg van het Kruis gaan. Het is ook een weg waarbij je heel veel wordt teruggeschonken, ik denk zelfs meer dan je er hebt ingestoken.

Ik wil daarom alle mensen, maar toch vooral jonge mensen, die met gelijkaardige vragen worstelen, een hart onder de riem steken en hen oproepen, om deze vragen in gebed voor te leggen. Maandag a.s. kan u alvast mee komen bidden voor roepingen, of beter gezegd, voor antwoorden. Om 19u. is er de vesperviering in de St.-Waldetrudiskerk te Herentals. Aansluitend kan u gezellig napraten bij een drankje in het aanpalende Rectorhuis, tevens de woonplaats van de seminaristen die stage lopen. U bent allen van harte uitgenodigd!

zondag 5 april 2009

Palmzondag

Brief van de apostel Paulus aan de Filippenzen 2,6-11

6 Hij die bestond in goddelijke
majesteit
heeft zich niet willen vastklampen
aan de gelijkheid met God:
7 Hij heeft zich van zichzelf ontdaan
en het bestaan van een slaaf
aangenomen.
Hij is aan de mensen gelijk geworden.
En als mens verschenen
8 heeft Hij zich vernederd,
Hij werd gehoorzaam tot de dood,
tot de dood aan een kruis.

9 Daarom heeft God Hem hoog
verheven
en Hem de naam verleend
die boven alle namen is,
10 opdat bij het noemen van zijn
naam
zich iedere knie zou buigen
in de hemel, op aarde en onder de
aarde,
11 en iedere tong zou belijden
tot eer van God, de Vader:
Jezus Christus is de Heer.