maandag 26 april 2010

Vrijdag 23 april 2010


Vrijdag 23 april 2010. In een persconferentie krijgen we de pijnlijke bevestiging te horen van wat daags voordien nog als een vaag bericht de ether werd ingestuurd: mgr. Vangheluwe, bisschop van Brugge, heeft zich voor en na zijn bisschopswijding schuldig gemaakt aan seksueel misbruik van een minderjarige jongen. Het nieuws slaat in als een bom. Mijn gedachten en gebeden gaan in de eerste plaats uit naar het slachtoffer in kwestie, maar ook naar alle slachtoffers van seksueel misbruik, bij wie het nieuws van vrijdag oude wonden weer moet hebben opengereten. Mijn gedachten en gebeden gaan ook uit naar de Belgische kerk die door deze zaak een mokerslag te verduren krijgt, waarvan de gevolgen nog niet kunnen worden ingeschat. Mgr. Vangheluwe heeft niet enkel schade berokkend aan het slachtoffer van het seksueel misbruik, maar ook aan de priesters en de gehele kerkgemeenschap. Het is bijzonder pijnlijk te moeten ervaren dat diegene van wie je het het minst zou verwachten, de dader blijkt te zijn.

Bovendien is deze zaak koren op de molen van de “church bashers”, die zich dezer dagen wellicht in de handen wrijven en zich laven aan het bloed dat stroomt uit de wonden die in de kerk zijn geslagen. Zij vieren momenteel hoogdagen. Zij hebben nooit enig begrip getoond voor het christelijke geloof – wegens achterhaald, niet van deze tijd, een verlichte geest niet betamend. Bijgevolg kan je van hen ook geen omgang met de kerk verwachten, die zich ook maar enigszins laat kenmerken door objectiviteit, intellectuele eerlijkheid, kortom door een brede en genuanceerde kijk op de dingen. De waarden die ze hoog in het vaandel dragen – tolerantie, redelijkheid – blijken in hun visie op kerk plots van geen tel meer. Hun redeneringen laten zich eerder kenmerken door al te snelle conclusies, veralgemeningen, en bevatten een kern die naar kwaadwillig opzet ruikt.

Anderzijds menen sommige mensen – kerkelijk geëngageerde mensen, zowel als mensen die nooit iets met de kerk te maken wilden hebben – in de actuele crisis argumenten voor hun grieven tegenover de kerk te kunnen vinden. Ze zien kansen om hun persoonlijk kerkje in het licht van de publieke belangstelling te schuiven. Het gaat dan ondermeer over de afschaffing van het verplichte celibaat voor priesters, want zij menen in het celibaat een oorzaak voor de pedofilieschandalen te zien. Een zeer gevaarlijke redenering, als je het mij vraagt, die elke wetenschappelijke fundering ontbeert, en bovendien funest voor die mensen (geestelijken of niet-geestelijken) die vrijwillig voor het celibataire leven hebben gekozen. Deze redenering is even gevaarlijk als de bewering dat er een samenhang bestaat tussen homoseksualiteit en pedoseksualiteit.

Ook VRT-radiojournalist Lucas Vanclooster pleit in een recent commentaarstuk naar aanleiding van de onthulling over Vangheluwe voor de afschaffing van het verplichte celibaat. Hij schrijft: “Voorts is de tijd van het verplichte celibaat voorbij, afgelopen, over and out and done. Bevrijd je personeel van die molensteen aan hun voeten, laat ze als normale mannen en vrouwen leven. Als vrouwen, jawel, het is de hoogste tijd voor een grondige vervrouwelijking van de kerk, toegang tot het ambt inbegrepen. Nu, subiet.” Wat de zaak Vangheluwe te maken heeft met de toegang van vrouwen tot het ambt, is mij een raadsel, maar ja, dat zal wellicht aan mij liggen.

Verder roept Vanclooster de kerk op “zich zolang dit drama niet helemaal rechtgetrokken is, volledig [te] onthouden van welke morele zedenprekerij en betweterij dan ook”. Het liefst zou Vanclooster, samen met zovele anderen, willen dat de kerk zich voor eens en voor altijd terugtrekt uit het morele debat. In dat debat is de stem van kerk meer dan ooit nodig, zeker nu in tal van ethische kwesties (euthanasie, abortus, voortplanting, …) christelijke waarden steeds verder onder druk komen te staan. Maar ja, velen nemen aanstoot aan het christelijke geloof en de christelijke waarden en willen niet liever dan die stoorzender genaamd kerk uit het debat weren. Ook Christus was een “steen des aanstoots”, een “rots der ergernis” (1Petr. 2,7). Laten we bidden dat de kerk als lichaam van Christus de kracht vindt om gelouterd en gezuiverd uit de huidige crisis te komen.

donderdag 15 april 2010

Brief mgr. Johan Bonny: "Wil jij priester worden?"

Sinds zijn aantreden als bisschop te Antwerpen, wordt Mgr. Johan Bonny bijna dagelijks gevraagd of hij een priester heeft voor een parochie, een groep of beweging, school, ziekenhuis. Het zijn vragen waarop hij noodgedwongen meestal niet kan ingaan. Een kerkgemeenschap kan niet zonder priesters. Zoveel is duidelijk. Dat onderstreept ook het "Jaar van de Priester" en de komende Roepingenzondagcampagne. In het bisdom Antwerpen wordt daartoe ondermeer het initiatief "Roepingenmaandag" genomen, dit jaar op maandag 19 april, te Herentals. Ook schreef de bisschop een brief, waarin hij jongeren de vraag stelt: wil jij priester worden, priester voor het bisdom Antwerpen, in verbondenheid met de wereldkerk? Hij hoopt dat deze brief, gepubliceerd op de website van het bisdom Antwerpen, nog veel jonge mensen tot nadenken stemt. De komende weken, waarin roeping centraal staat, mag de vraag uitdrukkelijker klinken. (bron: www.kerknet.be)

De volledige brief vindt u via deze link.

19 april: "Roepingenmaandag"

Op maandag 19 april, de maandag voor Roepingenzondag van 25 april, vindt voor de derde keer een samenkomst in de Sint-Waldetrudiskerk (Herentals) plaats. De wekelijkse vesperdienst voor roepingen, telkens op maandagen om 19 uur, wordt die dag feestelijk gezongen. Na de dienst is er een ontmoetingsmoment in het vlak bij gelegen rectorhuis. Bart Coenegrachts, verantwoordelijke voor Roepingenpastoraal brengt er een korte getuigenis. In het bijzonder is deze avond een kans voor geroepenen om samen stil te staan bij het belang van het roepen van anderen tot een engagement voor de kerk. Het materiaal voor Roepingenzondag staat in het teken van het Jaar van de Priester. (bron: www.kerknet.be)

zondag 11 april 2010

Integratie moslims lukt niet zonder christelijke fierheid

Meestal loop ik niet echt warm van de columns van Mark Van de Voorde, publicist en politiek raadgever. In zijn meest recente bijdrage op www.rorate.com slaat hij echter nagels met koppen. Inspiratie vond Van de Voorde in het recente incident aan de Universiteit van Antwerpen, waarbij schrijver Benno Barnard door moslimfundamentalisten verhinderd werd om een lezing te houden, maar zeer zeker ook in de hetze die hedentendage in het Westen in alle hevigheid woedt tegen alles wat met het christelijke geloof of de Kerk te maken heeft. Ik wil de tekst dan ook integraal overnemen (bron: http://www.rorate.com/nieuws/nws.php?id=60475):

Schrijver Benno Barnard werd door breed gebekte maar smal denkende moslimfundamentalisten verhinderd om een lezing te houden aan de Universiteit van Antwerpen. Natuurlijk had hij met de weinig fijnzinnige titel ‘Leve God, weg met Allah’ hen geprovoceerd. Moet kunnen, zegt men, al is provocatie niet de beste afslag naar de dialoog. Barnard maakte evenwel op een excessieve wijze duidelijk dat de integratie van moslims nooit zal lukken zonder het christendom ter sprake te brengen als drager van de westerse cultuur. Maar dat mag dan weer niet gezegd van hen die het geloof der vaderen achter de rug hebben. En zo ontstaat het vacuüm dat moslims met hun jihad en sharia willen opvullen.

Eigenlijk bestaan er geen samenlevingen zonder “bezielend verband”, zoals Frits Bolkestein het ooit noemde. Het kernwoordje ziel is hierbij van belang. Je bindt geen mensen tot gemeenschap door de prachtige waarden van gelijkwaardigheid en scheiding van kerk en staat, als die niet geschraagd worden door de transcendentie waaruit ze zijn ontstaan.

Het is veelzeggend dat de Verenigde Staten die de scherpste scheiding van kerk en staat ter wereld kent, de melting pot van honderden culturen en religies bij elkaar kan houden door een civil religion, maar wel een civil religion die diep christelijk is, duidelijk van identiteit dus.

Dat een samenleving zonder bezielend verband niet tegen de geschiedenis is opgewassen, toonde de instorting van de eens machtige Sovjetunie. Niet toevallig werd dat rijk opgevolgd door een Rusland dat zijn orthodoxe grondslag sans gêne etaleert, alsof de zeventig jaar atheïsme er nooit waren bestaan. Merkwaardiger nog misschien is dat het nog altijd officieel atheïstische China steeds meer confucianisme stopt in zijn spreken en een razendsnelle groei kent van alle aldaar beleden godsdiensten.

Nu wij in West-Europa worden geconfronteerd met tegelijk identiteitszekere en identiteit zoekende moslims, meent de ‘weldenkende’ gemeente tegen de cultuureigen godsdienst te moeten aanbeuken met de stormrammen van haar cynisme en spot. De aanvallen op het christendom worden brutaler en haatdragender. Het christendom treffen in zijn kern wordt een doel op zich en ons geloof ten diepste kwetsen een sport vol wellust. “Godslastering is leuk”, zei schrijver Tom Naegels, zichtbaar genietend, in de actualiteitenrubriek Terzake (VRT).

Al die ‘weldenkenden’ beseffen niet dat ze daardoor precies de claim van de moslims steunen. Een samenleving kan niet zonder bezielend verband. Gooit het Westen zijn ziel buiten, dan kan de moslimziel rustig binnenwandelen. Ze vult immers een vacuüm dat gevuld wil worden. Integratie is dan ook overbodig in de tussentijd. Precies dat is aan het gebeuren bij de jongere generaties allochtonen. Ze kunnen bovendien moeilijk respect opbrengen voor een cultuur die haar eigen grondslagen ondermijnt.

Hun moet duidelijk worden gemaakt dat ze heilige grond betreden, als wij het met elkaar hebben over vrije meningsuiting, godsdienstvrijheid, mensenrechten, gelijkwaardigheid van man en vrouw, scheiding van kerk en staat, naastenliefde die verder gaat dan de eigen groep, verdraagzaamheid… Die heilige grond is dat al die zogezegd ‘westerse’ waarden de afgeleiden zijn van het mensbeeld dat het christelijke geloof aan onze samenleving heeft gegeven.

Zij kunnen evenwel slechts beseffen dat ze heilige grond betreden, als wij zelf respect opbrengen voor die geestelijke en religieuze drager van onze cultuur. En als de vertegenwoordigers van dat geloof en wij, de gelovigen, fier zijn op hun overtuiging, hun kerk(en) en hun God. Zo fier dat wij ons de vrijheid kunnen permitteren om ook de moslims hun geloof te gunnen en hun fierheid. Zo zeker van ons geloof (en waarom ook niet van onze religieuze superioriteit) dat wij niet als de moslims uit feitelijke onmacht moeten neerkijken op anderen. Zo veilig in ons geloof dat wij de godsdienstvrijheid als vanzelfsprekend beschouwen.

Het is geen toeval dat zo veel ‘weldenkenden’ die afscheid hebben genomen van het christendom of vol haat en spot schimpen op dat christelijke geloof, vaak het hardst hun angst uitschreeuwen. Geen banger hart dan dat van hem die zijn ziel kwijt is.

Mark Van de Voorde