zaterdag 25 december 2010

Kerst 2010



"O magnum mysterium
et admirabile sacramentum,
ut animalia viderent Dominum natum,
jacentem in præsepio.
Beata virgo, cujus viscera meruerunt
portare Dominum Christum, Alleluia!"

Aan allen een zalig Kerstfeest!

dinsdag 7 december 2010

“De koning is dood! Leve de koning!”

Overweging bij het Hoogfeest van Christus Koning - C
Lc. 23,35-43

Kent u die uitroep? “De koning is dood! Leve de koning!” Het laatst heb ik deze uitroep gehoord in 1993. In dat jaar besteeg, enkele dagen nadat koning Boudewijn was overleden, broer Albert de troon en werd de zesde koning der Belgen. “De koning is dood! Leve de koning!” klonk het toen van alle kanten. Deze uitroep benadrukt dat koningen komen en gaan, maar dat ondanks deze wissel de geschiedenis gewoon verder haar gang gaat. Aan het koningschap op zich verandert er niets.

De dood van een koning betekent hoe dan ook steeds het einde van een tijdperk en het begin van een nieuw. Ook vandaag bevinden we ons aan het einde van een periode en het begin van een nieuwe. Vandaag is het het Hoogfeest van Christus Koning, meteen ook de laatste zondag van het liturgisch jaar. Volgende week beginnen we met de Advent een nieuw jaar.

Het mag dan ook niet verrassen dat de Evangelielezing van vandaag ons brengt bij het moment van Jezus’ levenseinde. Jezus is aan het Kruis genageld. Hij wordt bespot door de leiders en de soldaten. Zij zien in Jezus een mislukte koning. Christus heeft inderdaad niets van een wereldse koning. Een koning dient niet aan een kruis te hangen. Integendeel, een koning woont in een prachtig paleis, van waaruit hij zijn wereldse macht toont.

Eén van de misdadigers heeft echter begrepen dat het koninkrijk waarover Jezus regeert geen koninkrijk is zoals dat van aardse koningen. Hij erkent in Jezus de Zoon van God: “Hebt Gij zelfs geen vrees voor God?”, maant hij de andere misdadiger aan. Vervolgens zegt hij tegen Jezus: “Denk aan mij wanneer Gij in uw Koninkrijk gekomen zijt.”

Dit brengt ons bij de centrale boodschap van de Evangelietekst van vandaag: Christus is koning, maar zijn Rijk is een ander dan het rijk van aardse koningen. In Zijn Rijk gelden andere wetten. Diegene die in Christus gelooft, zal binnengaan in dit Rijk, zal gered worden, zoals ook de ene misdadiger gered wordt. “Vandaag nog zult gij met Mij zijn in het paradijs.”

Ook op andere plaatsen in het Evangelie spreekt Jezus over zijn Koninkrijk. In het Johannesevangelie zegt Jezus tegen Pilatus: “Mijn koningschap is niet van deze wereld.” Welk koningschap bedoelt Jezus dan wel? Jezus is koning over een rijk zoals dat wordt weergegeven in het Magnificat dat Maria uitspreekt wanneer zij Elisabeth bezoekt. Het is de wereld op zijn kop:

“trotsen van hart worden uiteengeslagen,
heersers verliezen hun troon,
maar de geringen worden verheven.
De hongerigen worden met gaven overladen,
de rijken met lege handen weggezonden.”

De vraag die we ons in dit verband moeten durven stellen, is: staan wij open voor dit Koninkrijk van God? Laten wij ons soms niet veel verblinden door rijkdom en macht, door alles wat tijdelijk is? Of durven wij ons open te stellen voor de belofte die Christus ons voorhoudt, voor de belofte van zijn Rijk van rechtvaardigheid? Een rijk waar niet macht en rijkdom het voor het zeggen hebben, maar waar andere normen gelden. Het is het visioen van een rechtvaardige wereld. Dit visioen is het beeld van de gekruisigde Christus: vernederd en bespot door de wereld, maar uiteindelijk triomferend als Koning van een ander rijk: niet een rijk waarin het recht van de sterkste de norm is voor rechtvaardigheid, maar een rijk waar gerechtigheid zal heersen. Dit mysterie kunnen we niet anders dan in stilte beschouwen, zoals ook het volk stil toekijkt hoe Jezus wordt gekruisigd.

Iets van die belofte schemert reeds door in de manier waarop we ons niet laten leiden door zelfzucht, maar reeds iets van dat koninkrijk hier en nu tastbaar maken. Dit doen we door onze inzet voor de arme en de verdrukte, voor mensen aan de rand. Ik denk hierbij aan een Zuster Jeanne Devos, die zich in de sloppenwijken van Mumbai inzet voor hulp aan de armen. Of dichter bij huis: de hulp van jeugdbewegingen, sportclubs en andere verenigingen bij het ruimen van puin na de recente watersnood. Twee voorbeelden van hoe mensen iets van dat koninkrijk helpen oplichten.

De dood mag voor een koning dan wel het definitieve einde van zijn koningschap betekenen. Christus’ dood betekent niet het einde van zijn koningschap. Christus is voor eeuwig koning over zijn rijk van rechtvaardigheid, van liefde en van vrede.
“De koning is dood! Leve de koning!”