woensdag 2 december 2015

Een samenleving die het fundament, God, onderuit haalt, is een kwetsbare samenleving

Homilie bij de 1ste adventszondag jaar C
 

Waakzaamheid… het was de voorbije weken hét sleutelwoord. Gezien de toenemende terreurdreiging werden we verzocht waakzaam te zijn, want je weet nooit waar of wanneer het geweld toeslaat! Terreurdreigingsniveaus werden verhoogd, nadien weer verlaagd, maar we werden gevraagd om waakzaam te blijven…

Ook het Evangelie van deze zondag roept ons op waakzaam te zijn. En het doemscenario dat erin wordt geschetst doet ons in velerlei opzicht denken aan onze tijd: zovele plaatsen waar oorlog en terreur heerst, mensen staan elkaar naar het leven. De klimaatconferentie die dit weekend in Parijs start. De honger die in vele delen van de wereld nog niet is opgelost. Het gebrek aan medische zorg. Vernietigende stormen die over de aarde razen... De advent richt onze aandacht niet alleen op de herdenking van Jezus’ eerste komst te Bethlehem. De advent richt onze blik ook op de tweede komst van Jezus op het einde van de tijden, “om te oordelen levenden en doden”. We moeten er ons inderdaad bewust van zijn dat niet enkel ons eigen leven hier op aarde, maar alles in deze wereld eenmaal ten einde zal gaan. De eerste christenen leefden in de verwachting dat de Mensenzoon spoedig zou terugkomen en dat ze dit tijdens hun aardse leven nog zouden meemaken. Vandaar de vermaning van Paulus in de tweede lezing om “onberispelijk te zijn en heilig voor het aanschijn van God bij de komst van onze Heer Jezus met al zijn heiligen.”

Naast de schrikbarende voorspellingen die we vandaag te horen krijgen, is het Evangelie in de letterlijke zin “blijde boodschap”, een vreugdevolle boodschap, want … zo luidt het in de tekst: er zal heil en redding zijn, “de Mensenzoon zal komen op een wolk” en wanneer dat gebeurt, “richt u dan op en heft uw hoofden omhoog”! Het Evangelie roept ons dan ook op om waakzaam te zijn, “want gij kent noch de dag, noch het uur van zijn komst.” De Schrift roept ons op om gericht te blijven op de Heer. Zoals Paulus schrijft: door te groeien in liefde voor elkaar, door een leven te leiden dat God welgevallig is, om zo onberispelijk en heilig voor Hem te verschijnen. Het Evangelie van vandaag roept ons op tot gebed. Wie bidt, verplaatst het centrum van zijn bestaan buiten zichzelf en legt dit in God. Bidden is groeien in onze relatie met Jezus en beseffen dat we van Hem alle heil mogen verwachten.

In de nasleep van de terreuraanslagen in Parijs klonk het unisono dat vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid, de Franse idealen, meer dan ooit dienden te worden verdedigd. Anderzijds werden steunbetuigingen als “pray-for-Paris” (“bid-voor-Parijs”) als kwalijk gezien, want… men had voortaan niet meer, maar minder religie nodig. En hier bij ons gingen er opnieuw stemmen op om het godsdienstonderwijs volledig op de schop te laten gaan. Welnu, een samenleving die een aantal grote idealen huldigt, maar die tegelijk het fundament, namelijk God, onderuit haalt, is een kwetsbare samenleving die niet opgewassen is tegen het fundamentalisme waar we vandaag mee geconfronteerd worden.

De vraag die we ons dan ook moeten stellen is deze: hoe zullen wij in deze advent toeleven naar het Kerstmis van de Heer? Maar ook… hoe leven wij toe naar zijn wederkomst in heerlijkheid? Verwachten wij ons heil en onze redding van onze eigen idealen en verworvenheden, van ons eigen kunnen? Of ligt ons uiteindelijke heil in de Heer? Hij laat ons nooit in de steek. De beste manier van verwachten is leven in liefde voor elkaar… Gods liefde en Hem dienen in onze naaste. Zo zullen wij onberispelijk en heilig voor God treden bij de komst én wederkomst van onze Heer Jezus.

maandag 2 november 2015

"Christus heeft zijn leven niet gegeven opdat ik gewoon naar de mis zou gaan"

Zesentwintig jaar. Zo oud is de jongste priester van Vlaanderen volgens Kerknet. Hij heet Matthias Noë en woont in Izegem in West-Vlaanderen waar hij samen met de lokale deken vier parochies onder zijn hoede heeft. Klik hier voor een getuigenis...

zaterdag 19 september 2015

"Wie een kind als dit opneemt in mijn Naam neemt Mij op..."

Homilie bij de 25ste zondag door het jaar B (Marcus 9,30-37)

Elke oorlog bereikt op een bepaald moment zijn keerpunt. Wanneer men zegt: “Zo kan het niet verder… we moeten de krachten bundelen om eindelijk tot een oplossing te komen…” Men hoort wel eens zeggen dat de oorlog in het Midden-Oosten, in Syrië en Irak zijn keerpunt heeft bereikt. En waardoor? Niet door meer wapens, niet door meer bombardementen. Neen, het keerpunt is er gekomen, sinds het beeld van de kleine Aylan, die dood op het strand van Bodrum aanspoelde, op éénieders netvlies gebrand staat. Een klein, weerloos kind, amper drie jaar, dat nooit iets anders heeft gekend dan oorlog en vluchten. Het beeld van dat kleine kind op het strand heeft de harten van velen wereldwijd geraakt en lijkt de zoektocht naar vrede in Syrië en Irak in een stroomversnelling te brengen.

Jezus stelt in het Evangelie van vandaag de mentaliteit van de leerlingen aan de kaak: zij twisten over de vraag wie van hen de grootste is. Vaak zijn wij niet veel anders dan de leerlingen. Hoe dikwijls vragen wij ons niet af wie van ons de eerste, de sterkste, de beste, de slimste of de knapste is? Zulke discussies leggen de kiem voor heel wat onheil, zowel op het dagdagelijkse niveau van het leven als op dat van het wereldtoneel. Zoals Jakobus het vandaag in de tweede lezing betuigt: “waar naijver en eerzucht heersen, daar treft men ook onrust aan en allerlei minderwaardige praktijken.”

Tegenover de wedijver om de eerste en de grootste te zijn komt Jezus met een ontnuchterend antwoord. “Wilt gij de eersten zijn”, zegt Jezus, “dan moet gij de laatste wezen. Wilt gij groot zijn? Maak u dan heel klein. Wilt gij meesters zijn? Wordt dan dienaars!” Al klinkt dit allemaal erg paradoxaal; Jezus is deze weg van dienaar ook werkelijk gegaan, tot en met de uiterste consequentie daarvan… tot de dood op het kruis.

De twistgesprekken van de leerlingen spelen zich af tegen de achtergrond van de verschillende lijdensvoorspellingen die Jezus doet: dat Hij zal worden overgeleverd en ter dood gebracht. Bovendien zal de weg voortaan in een rechte lijn verder gaan, naar Jeruzalem, Jezus’ lijden en dood tegemoet. Jezus’ woorden zijn aan de leerlingen kennelijk voorbij gegaan. Ze begrijpen blijkbaar de paradox niet dat grootsheid en kracht juist bestaat in kleinheid, in kwetsbaarheid en zwakheid.

Paulus schreef in gelijke bewoordingen over de kracht van het kruis, over de sterkte van wat op het eerste gezicht een mislukking leek: “wij verkondigen een gekruisigde Christus, voor Joden aanstootgevend en voor heidenen dwaas. Maar”, schrijft Paulus, “wat in de ogen van de wereld zwak is, heeft God uitgekozen om de sterken te beschamen.” En Jezus is deze weg van het kruis ten einde toe gegaan.

Vraag is: vanuit welke kracht is Hij die weg gegaan? Op deze vraag is er één duidelijk antwoord: vanuit de kracht van Gods oneindige liefde.

In een wondermooie preek op de Wereldjongerendagen in Keulen vergeleek paus Benedictus Jezus’ liefde tot de dood aan het kruis met een kernsplitsing. Die explosie – te midden van de dood – heeft het sterven vernietigd. Het is de overwinning van de liefde op de haat, de overwinning van de liefde op de dood. En het is enkel vanuit deze innerlijke explosie van het goede, van de liefde, dat het kwade kan overwonnen worden, dat een omvorming van onze wereld ten goede mogelijk is, aldus paus Benedictus.

Wat het Evangelie ons vandaag wil leren is dat wij onze wereld niet kunnen omvormen tot een rijk van vrede door macht, door de wet van de sterkste, door aanzien of geweld. Duurzame vrede is enkel mogelijk via de weg van de kleinheid, de dienstbaarheid, een weg die voor velen een zwakke weg lijkt, maar die als enige uiting geeft aan Gods oneindige liefde. En het is enkel die liefde die de harten van mensen kan raken en omvormen, en zo ook de wereld kan omvormen… Mensen met een verdeeld hart zaaien ook verdeeldheid, zoals we vandaag bij Jakobus horen. Maar wanneer mensen bij God in de leerschool van de liefde en de dienstbaarheid gaan en tot Hem bidden, worden zij zuiveren van hart en bewerkers van vrede.

Op 21 september begint de internationale Vredesweek. Bidden wij dat de Evangelische boodschap van liefde en dienstbaarheid de harten mag raken en ons aanzetten tot vergeving en vrede.