maandag 2 april 2018

"Laat Pasen in u gebeuren..."

Homilie bij het Hoogfeest van Pasen (Joh. 20,1-9)



Na het verraad, de pijn, het lijden en kruis van de voorbije dagen vieren we vandaag hoe het heil definitief doorbreekt in ons leven: Christus is verrezen als eerste van ons allen! Door Christus’ verrijzenis heeft de dood zijn greep op ons verloren. Het paasgebeuren leert ons dat het leven sterker is dan de dood, de hoop meer kracht krijgt dan de wanhoop, de vreugde groter is dan de droefheid, het licht sterker dan de duisternis, de vergeving machtiger dan de wraak, het vertrouwen groter dan de angst. Het geluk is sterker dan het lijden, de bevrijding machtiger dan de onderdrukking, de liefde groter dan alle schuld.

Nochtans had Jezus het vaak aan zijn leerlingen voorspeld: dat Hij veel te lijden zou hebben, maar dat Hij, na ter dood te zijn gebracht, op de derde dag zou opstaan uit de doden. Al wisten de leerlingen niet wat ze onder dit ‘opstaan uit de doden’ moesten verstaan…

Toen Jezus gestorven was, hadden de leerlingen dan ook alle vertrouwen en hoop verloren. Ze legden zijn dode lichaam in een graf en dat was het dan. Uit een graf kan toch geen goeds meer komen!

Maar dan, op die vroege Paasmorgen, gebeurde het onverwachte. Een felle lichtstraal brak doorheen de duisternis. Jezus is niet dood, Hij leeft! Maar Pasen gaat niet enkel over leven na de dood. Het gaat ook over leven, nieuw leven, hier op aarde. Ook in ons aardse bestaan mogen wij Pasen ervaren. Ieder van ons heeft zulke Paaservaringen. Al mogen ze tegenslag, lijden, ziekte en pijn niet wegnemen; ze werpen er wel een nieuw licht op.

Een paar dagen geleden nog had ik zulk een Paaservaring. Het was voor het eerst dat ik midden in de nacht werd opgebeld voor een ziekenzalving: de toestand van de 93-jarige dame was er snel op achteruit gegaan en was intussen zorgwekkend. De familie wilde niet wachten tot de ochtend. Dus ik er naartoe. Frida, want zo was haar naam, verkeerde in een hevige doodstrijd. Ze kon elk ogenblik sterven. Het was gissen in hoeverre ze iets kon opvangen van wat rondom haar gebeurde. De gedachte dat Jezus in diezelfde nacht ook verwikkeld was in een doodstrijd flitste door mijn hoofd. Ik gaf Frida de ziekenzalving, en meteen nadat ik haar voorhoofd en handen had gezalfd, verscheen heel zacht een glimlach over haar verkrampte gelaat en in haar wijd open gesperde ogen. Een lichtstraal in de duisternis. De doodstrijd was hiermee niet voorbij, het gevaar niet geweken, maar doorheen de duisternis van lijden en dood brak plots een lichtstraal… de ervaring Jezus heel nabij te weten, het vertrouwen dat Hij je niet loslaat… een Paaservaring midden de duisternis.

En ieder mens kan zulk een Paaservaring uit het eigen leven vertellen. Telkenmale gaat het om een ervaring die we enkel kunnen zien met de ogen van het geloof, die de ogen van de liefde zijn. Zoals ook Johannes met de ogen van het geloof kijkt naar het lege graf en begrijpt: Jezus is niet hier, Hij is verrezen!

Als mensen hier en nu, in dit leven, verrijzenis kunnen ervaren, dan mogen wij ons er niet van weerhouden om een handje toe te steken, en om ook zelf verrijzenis-daden te stellen. Dat is de oproep die van Pasen uitgaat.
Want verrijzen is: morgen opnieuw de hand drukken van je broer, die je afschreef.
Verrijzen is: iedere week je moeder bezoeken en er rustig de tijd voor nemen… Laat haar toch maar heel haar hart uitspreken.
Verrijzen is: de mensen uit je buurt niet voorbijgaan, maar weten waar hulp nodig is en ongevraagd de handen eens uit de mouwen steken…
Dat alles en nog meer is verrijzen… Laat Pasen in u gebeuren, zodat nieuw leven kan openbreken. Dat wens ik u allemaal vandaag van harte.